Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Abimelech zeide: Wat is dit, [dat] gij ons gedaan hebt? Lichtelijk had een van dit volk bij uw huisvrouw gelegen, zodat gij een [17]schuld over ons zoudt gebracht hebben. 17. Dat is, een misdaad, die straf verdient. Zie boven hfdst.20 vs.9.